De STEM van………… Netty van Lierop

Square

De STEM van……… Netty van Lierop

Het is begin mei en stralend weer. Ans Vermeulen belt mij met het verzoek een stukje te schrijven voor de rubriek “De STEM van…..”. Dat wil ik wel maar ik vraag Ans of zij mijn verhaal een beetje wil sturen. Daarom zitten we een paar dagen later bij mij in de achtertuin. Op ruime afstand, want corona……..
De robotmaaier maait ons het gras onder de voeten weg en parkeert zichzelf dan. Slim ding.
Het paard van mijn dochter komt over de aangrenzende wei aangesukkeld om eens te zien wat voor vreemdeling in “zijn” tuin is gaan zitten. Hij lijkt het wel te vertrouwen.

Dan begin ik maar eens jeugdherinneringen op te halen, want ik zing al sinds mijn lagere school-jeugd. Ik woonde destijds in Overschie (ik ben in Rotterdam geboren maar opgegroeid in Overschie). Daar kregen we zangles op school.
Ik ken daar zelfs nog een liedje van:

Daar schommelt een wiegje in het bloeiende hout
Een wiegje met bloemengordijntjes
Dat hebben twee vogeltjes samen gebouwd
En zie eens hoe fleurig en fijntjes

Ik moest vaak voor de klas zingen en als we een toneelstukje opvoerden moest ik meestal meezingen als elfje of kabouter. Ze kwamen me uit andere klassen ook wel eens halen als ze een steuntje nodig hadden. De gedichtjes die klasgenootjes in mijn poëziealbum hebben geschreven gingen ook altijd over zingen.
Het blijkt dus wel dat ik een goede stem had, maar ik was me daar niet zo van bewust. Ik kan me ook niet herinneren of ik het eigenlijk wel leuk vond.
Ik loop vaak te zingen en ook daar ben ik me niet echt bewust van.

Na school heb ik nog een tijdje bij een zieke moeder met kinderen gewerkt. Later ging ik in ziekenhuizen werken als orthopedisch bandagist. We hadden thuis een orthopedisch bedrijf. Na mijn huwelijk heb ik nog een tijdje in België gewoond, daarna hebben we ons eigen orthopedisch bedrijf in Venlo opgestart en in 1975 ben ik in Broekhuizen komen wonen. Daar zijn mijn dochter en jongste zoon geboren.

In Broekhuizen ben ik eerst in het kerkkoor gaan zingen en later ook bij Con Brio. De liedjes van het kerkkoor hebben vaak een emotionele tekst. Mijn oudste zoon is verongelukt en na zijn dood heb ik vaak moeite met dat soort teksten. Ik krijg daar kippenvel van en sta dan soms met tranen in mijn ogen te zingen. Toch zing ik graag in de kerk. Vooral bij begrafenissen, omdat je het dan voor iemand doet.
Ons jaarlijkse kerstconcert vind ik erg mooi en “Brokze bruist” is ook leuk. Maar zal het er dit jaar van komen? Ik ben weleens bang dat deze crisis voor het koor “einde oefening” gaat worden.

Het repertoire van ConBrio is natuurlijk anders. Ik heb wel even moeten wennen maar nu vind ik het heel leuk. Ik zing bij de sopranen en daar zingen een aantal mensen uit het onderwijs. Prima steunpunten, ik sta er midden tussen! Ze zijn ook heel behulpzaam. Bij concerten zingen wij staande en omdat ik een spierziekte heb is dat een probleem voor mij. De dames zorgen dan altijd dat er een hoge kruk voor mij staat waar ik op kan “hangen”. Ik neem nog een pijnstiller en dan kom ik het concert wel door.

Ik heb ook even moeten wennen aan onze dirigent Marcel Kuepers. Hij had in het begin wat moeite met de humor van de mannen in ons koor. Want dat is me een stelletje, hoor! Maar nu maakt hij zelf ook grapjes. Of eigenlijk maakte, want het is alweer een poosje geleden dat we samen konden zingen onder zijn leiding.

Net als iedereen bij Con Brio vraag ik me af of en wanneer we de draad weer kunnen oppakken.
Laten we er het beste maar van hopen.